In het nieuws

Het sprookje van Dorestad in Nederland

Wijk bij Duurstede is geen Dorestad

In het AD  van 10 maart 2009 stond een artikel over de opgravingen bij Wijk bij Duurstede. Wat er precies opgegraven is vermelde het artikel niet. Er wordt in Wijk bij Duurstede dus een nieuwe mythe gecreëerd en wel van vreedzame Vikingen, omdat er geen sporen van branden, moordpartijen en plunderingen zijn gevonden. Men overweegt niet eens te bedenken dat als er niets gevonden wordt, de Noormannen er misschien ook niet geweest zijn.

Het is net zo’n infantiele opmerking als indertijd van Van Es, toen er maar niets gevonden werd en hij meende dat de Noormannen indertijd alles netjes hadden opgeruimd na hun plunderingen. “Ze kwamen om iets te halen en hebben niets achtergelaten” opperde Van Es toen. Het is in elk geval in tegenspraak met de vele berichten over de Noormannen.

De bronnen beschrijven wel degelijk 10 talle plunderingen. Maar Wijk bij Duurstede was geen Wijk bij Duurstede in Nederland maar Dorestadum in Noord Frankrijk

Het Sprookje van de Noormannen; ze lieten alles netjes achter

Canon van Nederland: Overschrijven mag

Canon van Nederland bevat grote fouten en is onvolledig.

Zoals verwacht is de Canon van de Nederlandse geschiedenis gebaseerd op de schoolboekjes geschiedenis. Geen enkel woord over de inmiddels geaccepteerde twijfels over de geschiedenis van Nederland in het eerste millenium. De twijfels over Karel de Grote in Nijmegen, de twijfels over de veroveringen van de Vikingen en Willibrord en Bonifatius worden helemaal niet behandeld. Jammer.

De Canon van Nederland

De mythe van de Limes, Willibrord en Karel de Grote gecontinueerd

Onlangs is de Canon (geen reclame voor de fabrikant) voor de Nederlandse geschiedenis gepresenteerd als leidraad voor de geschiedenisles aan de scholen. Het geheel werd te duur betaald uit het budget van OCMW Geen woord van twijfel over de door Albert Delahaye opgeworpen bezwaren over de Bataven, de Peutingerkaart, Willibrodus, Karel de Grote. Tekenend voor het geheel is het feit dat het Valkhof genoemd wordt als Karolingisch terwijl in Nijmegen het toevoegsel Karolingisch er 20 jaar geleden al afgehaald is en op de borden staat dat hier sprake is van een kapel uit de 11e eeuw. De mythe blijft hardnekkig voortduren bij onze geschiedenisleraren. Maar dat is ook gewoon bij de geschiedeniswetenschappers.

Het heeft ongeveer 1200 jaar geduurd voordat men min of meer accepteerde dat de aarde rond was.  De griekse wetenschappers, bijvoorbeeld Pythagoras maakte al een bijna perfect gelijkende voorstelling van de Kosmos. Deze werd door kerkelijke decreten weggevaagd omdat Jeruzalem en Rome het centrum van de Kosmos moesten worden.

Heeft de commissie geslapen of hebben ze gewoon, zoals gebruikelijk, alles overgeschreven.

Zie voor de Canon website: http://www.entoen.nu/

Het Jaarboek van Numaga

Geen wetenschap maar meningen

Door de redactie van Numaga is besloten een stukje te plaatsen in het kader van beroemde Nijmegenaren. Zij hebben als tekst een beschrijving genomen uit het CV zoals het ook op deze website te lezen is. Helemaal correct en precies zoals het lemma moest zijn. Als laatste alinea meende de redacteur (BT) er nog een sneer bij te moeten zetten over de onwetenschappelijkheid van het gehele oeuvre van Albert Delahaye. Bovendien vernoemen dat Delahaye genoemd werd in een boek “dwaze wijzen en wijze dwazen” van Matthijs van Boxsell.

Op basis hiervan hebben de webbeheerders ook besloten geen portret ter beschikking te stellen. De redactie van Numaga was het daar niet mee eens en noemde dat “flauw”. Typisch een kinderlijke reactie van de redactie en weinig wetenschappelijk.

Als je vader beledigt wordt moet je nog meewerken ook. Dat is Numaga op zijn smalst.

De webbeheerders

Meestervervalsers

Uit “De Volkskrant van 6 december 2005”

Valkhof is niet Karolingisch meer

Anno 2005 is de tekst op de uitleg van het monument “Het Valkhof” in Nijmegen aangepast. Een beter voorbeeld van het gelijk van Albert Delahaye wordt nog niet niet gedemonstreerd. Er staat nu: (ga het zelf zien):

 “Het oudste nog bewaard gebleven Burchtonderdeel is de Sint-Nicolaaskapel, meestal foutief Karolingische kapel genoemd. Deze is omstreeks 1000 naar het voorbeeld van Karel de Grote’s hofkapel te Aken gebouwd…….”

In 1950 beweerde men nog bij hoog en laag dat dit een karolingische kapel was. Op basis van zijn eerste artikel in 1954:  “Heeft de burcht van Karel de Grote op Valkhof of in Rijkswoud gestaan” en de velen die daarop volgde is Albert Delahaye verketterd en in de ban gedaan. In Nijmegen werd het leven hem zo zuur gemaakt op het gemeentearchief dat hij moest vertrekken.  Koolstof onderzoek had inmiddels uitgewezen dat Het Valkhof zeker niet Karolingisch was. Dus schoof men al twee eeuwen op naar 1000. Mag het ietsjes meer zijn?

Stadsarcheologen Nijmegen gefopt

“List en Bedrog in de Archeologie” (Ook in Nijmegen)

Op zaterdag 3 dec 2005 (en op maandag 5 december 2005 in de Volkskrant en op RTL4 Nieuws) verscheen in Dagblad BN/De Stem een bericht over vervalsingen in de archeologie. De journalist refereert ook aan het boekje van Leo Verhart maar vergeet daarbij te vermelden dat dit boekje al uit 1995 stamt. Verhart is conservator Nederlandse Prehistorie van het Nederlandse Rijksmuseum van Oudheden en Archeologie. Verhart heeft destijds een boekje (64 blz) geschreven met de titel “List en bedrog in de Archeologie”.

In dit boekje wijdt hij geen enkele paragraaf aan de vervalsingen van Nijmegen. Die zijn pas einde 2005 aan het licht gekomen. Wie die vervalsingen doorgespeeld heeft aan de pers is interessanter dan de vervalsingen zelf. Het lijkt erop dat de archeologen het wetenschappelijk niet met elkaar eens zijn om het zacht uit te drukken.

In 1999 werd einde negentiger jaren zogenaamd archeologisch topmateriaal gevonden door de twee Nijmeegse stadsarcheologen die daar zeer opgewonden van raakten en zonder al te veel kritiek alle historie van de vroeg christelijke beschavingen Nijmegen binnentrokken. De twee archeologen koppelden aan de vondsten het verhaal dat vervolgde christenen uit het Franse Lyon mogelijk naar deze regio waren uitgeweken. Uiteraard een onwetenschappelijk kletsverhaal zoals deze Nijmeegse archeologen wel meer doen. De allereerste vondsten van het Christendom zijn notabene pas in de vierde eeuw in Rome gedaan. Hoezo waren ze in Nijmegen al in de tweede eeuw?? We hebben al een bisschop van Nijmegen gehad en het scheelde niet veel of de stadsarcheo(logen) hadden een paus in Nijmegen gesitueerd. Misschien een goed idee?   Het artikel citeerde onterecht Verhart  maar had wel als pleister op de wonde de mededeling dat de vervalsingen bijzonder deskundig gemaakt waren. Zij vonden deze vervalsingen deskundig maar bij nadere beschouwing blijken deze slordig met een Dremel Diamantrondslijpertje op de originele voorwerpen zijn gekrast. Een blunder van de eerste orde voor de archeologen Enckevoort en Thijssen.

De stadsarcheologen van Nijmegen zijn er wel degelijk ingestonken en hadden zij Albert Delahaye maar enigzins serieus genomen als voorbeeld van wetenschappelijk degelijk onderzoek dan zouden ze meteen al vraagtekens gezet hebben bij deze vondsten.

Nijmegen teert op niet bestaand verleden

Op zaterdag 22oktober 2005 (90 jaar na de geboortedag van Albert Delahaye) verscheen in de Gelderlander een artikel over Albert Delahaye. Peter van Deurloo, journalist voor de Gelderlander had via mail een interview gevraagd en gekregen aan de zoon (Gon) van Albert Delahaye. In het artikel wordt weliswaar op een populaire manier, zoals een journalist het moet doen, de materie benadert van de verwarring van Noviomagus en Nijmegen. Peter van Deurloo benadert in zijn artikel via een viertal vragen de kwestie 2000 jaar Nijmegen. Jammer is dat de bewijslast zoals de romeinse import uit Duitsland van de steen die de naam Noviomagus draagt en de ring met de naam Novium nauwelijks aan de orde komt. Wat dat betreft moet de ware wetenschapper eerst te rade gaan bij de boeken van Albert Delahaye.

De meestervervalsers: GÉÉN frankisch graf in Nijmegen.

Uit de Gelderlander

Ook barnsteen op oogkassen is grap 
Door ROB JASPERS 

NIJMEGEN – Er is waarschijnlijk niet alleen bij opgravingen ‘gerommeld’ met christogrammen op Romeins materiaal. Ook zijn er nu grote twijfels bij de echtheid van een schedel uit de zesde eeuw met stukjes barnsteen op de oogkassen. 

In maart 2002 toonde de gemeente Nijmegen vol trots een folder met op de voorkant een opmerkelijke schedel uit een Frankisch graf uit de vijfde eeuw. Op de oogkassen lagen stukjes barnsteen. Een opmerkelijke vondst, werd destijds geconcludeerd. 

Maar de Leidse archeoloog Dé Steures, de man die ook de discussie over de echtheid van de christogrammen aanzwengelde, heeft grote twijfels bij de waarde van de schedelvondst. Hij stelt dat het onmogelijk is dat de barnsteentjes in de vijfde eeuw op de oogleden van de dode zijn gelegd. Dan hadden ze later nooit teruggevonden kunnen worden op de oogkassen. De steentjes zouden bij het vergaan van het zachte weefsel juist weggezonken moeten zijn. Dan waren ze achterin de schedel terechtgekomen. 

Hij is ervan overtuigd dat deze ‘vondst’ een grap is van een vrijwilliger bij de opgraving. Stadsarcheoloog Harrie van Enckevort sluit dat laatste ook niet meer uit. Hij legt uit dat stukjes barnsteen vaker zijn aangetroffen in wat rijkere graven in het centrum en ook in Nijmegen-West. Maar barnsteen op de oogleden, dat was destijds nieuw voor de archeologen. Ze hadden er ook geen goede verklaring voor. 

In de gemeentelijke folder over de archeologische opgravingen in de stad vragen de archeologen zich nog af ‘of de steentjes bedoeld zijn om de dode licht te verschaffen in de duisternis van het graf of tijdens de reis naar het hiernamaals’. Dieper onderzoek naar de betekenis is echter nooit gedaan. 

De schedel werd prominent getoond en verdween vervolgens in een van de vele dozen in het depot van het Bureau Archeologie. De weg die de meeste vondsten afleggen. Want Archeologie graaft dan wel met soms zestig mensen in de stad, voor onderzoek van de meeste vondsten is nauwelijks geld beschikbaar. 

Archeoloog Harry van Enckevort betreurt dat laatste ten zeerste. Een belangrijk deel van de geschiedenis ligt helaas verstopt in dozen. Achteraf heeft Van Enckevort wel spijt van de tekst en de afbeelding in de promotiefolder van de gemeente. De folder ligt nog steeds in de Stadswinkel. 

Van Enckevort geeft overigens nog niet helemaal toe aan de uitleg van Steures. Hij sluit niet uit dat hij volledig gelijk heeft, maar daarvoor is juist verder onderzoek nodig. “Het kan nog zo zijn dat de barnsteentjes eerst gewikkeld waren in doeken. Of misschien zijn ze er in latere eeuwen opgelegd.” 

Dat de steentjes zo netjes op de schedel liggen (zie foto-red.), is misleidend, legt Van Enckevort uit. Het gaat om een geprepareerd hoofd en de steentjes waren al goed schoongemaakt. 

Dé Steures snapt echter niet waarom niet direct na zulke vondsten in de opgraving foto’s gemaakt zijn. “Hier is een vrijwilliger bezig geweest die de opgravingsleiding later een handje wilde helpen.” 

Voor de afdeling stadsarcheologie is deze tweede ‘vervalsing’ een bittere tegenvaller. Het heeft er toe geleid dat er scherper opgelet wordt. “Als we gekke dingen tegenkomen, kijken we er zeker beter naar.” 

Voor Van Enckevort was het een gekke week. Overal op tv met beelden over vervalsingen en tegelijk start in Het Valkhof een unieke expositie over 25 jaar graven naar de Romeinen. “Machtig mooi materiaal wordt er getoond. En alles is werkelijk echt en authentiek, en ook getoetst”, verzekert hij nog maar eens. 

Bron: 11 december 2005, De Gelderlander

De Gelderlander over de vervalsingen

Vondsten blijken vervalst

Door ROB JASPERS

NIJMEGEN – Een professionele vervalser heeft eind jaren negentig in Nijmegen
en regio op enkele plekken nep – archeologische ’topstukken’ verstopt. De
stadsarcheologen hadden bij de opgravingen geen vermoeden van het bedrog.
Pas recent is de vervalsing ontdekt.
De bodemvondsten zorgden destijds voor een grote opwinding onder de
stadsarcheologen. In 2000 werd er zelfs een expositie ingericht in het
Nijmeegse museum Het Valkhof om de opmerkelijke vondsten te tonen en de
geschiedenis van christelijk Nederland aan te vullen.
Het gaat om aardewerk, glasresten en een loden plaatje met ingekraste tekens
die duiden op een vroeg-christelijke beschaving. Het gaat om zogeheten
christogrammen. Ze werden beschouwd als nieuwe bijdrage aan de vroegste
geschiedenis van Nijmegen.
Op basis van de vondsten werd geconstateerd dat het christendom deze regio
al in de tweede eeuw had bereikt. “In Rome kwamen de christenen pas in de
vierde eeuw uit de kast. Als je dan ontdekt dat ze hier al in de tweede of
derde eeuw waren, dan is sprake van een unieke vondst”, zegt Leo Verhart,
archeoloog en schrijver van het boek List en Bedrog in de Archeologie.
Nijmeegse archeologen koppelden aan de vondsten het verhaal dat vervolgde
christenen uit het Franse Lyon mogelijk naar deze regio waren uitgeweken.
Verhart snapt dat de Nijmeegse archeologen destijds opgetogen waren. Hij
heeft talloze vervalsingen bestudeerd en stelde vast dat het vaak ‘knap
werk’ was. “Vervalsers willen de wetenschapper voor blijven en gebruiken de
bestaande kennis vaak heel goed.” Ook in Nijmegen was sprake van een zeer
geïnspireerde vervalser. Hij kraste vaak in authentiek Romeins materiaal
unieke tekens van de vroeg-christelijk cultuur. Hij gebruikte een roterend
freesje met een diamanten kop van 3 millimeter voor zijn vervalsingen. Dat
werd pas afgelopen jaar na uitgebreide wetenschappelijke studie vastgesteld.

Bij de eerste vondst van de christogrammen in de Nijmeegse bodem hadden de
stadsarcheologen aanvankelijk nog grote twijfels. Maar die scepsis verdween
toen vervolgens tussen 1995 en 1999 in vijf verschillende opgravingen
christogrammen werden ontdekt. In Oosterhout, in het centrum van Nijmegen,
Nijmegen-West en in Wijchen. Te vaak om aan bedrog te denken.

Een christogram is te herkennen aan de Griekse letters cho en rho (X en P).
Op vier van de vijf Nijmeegse vondsten zijn de christogrammen aangebracht op
Romeins materiaal dat te dateren is uit de eerste eeuwen en vroeger.

Er moet daarom sprake zijn geweest van een actie van een archeologische kenner, vermoedt stadsarcheoloog Harry van Enckevort. Wat zijn bedoelingen
zijn geweest, weet hij niet. Van een grap wil hij allerminst spreken. Hij vindt het een kwaadaardig incident. Vervalser beschikte over veel kennis

Achteraf is vastgesteld dat het christogram op een loden plaatje compleet
nep is. Metingen bij het Kernfysisch Versneller Instituut in Groningen en
onderzoek met een elektronenmicroscoop hebben aangetoond dat het loden
plaatje eerder twintig jaar dan tweeduizend jaar oud is.

De stadsarcheologen werden op het spoor van vervalsing gezet door de Leidse
archeoloog Dé Steures. Hij kwam op basis van historische overwegingen en
technische argumenten tot de conclusie dat de christogrammen bedrog moesten
zijn. Het onderzoek naar de echtheid was tijdrovend en kostbaar.

Diverse natuurwetenschappelijke deskundigen van verschillende instituten
(ook TNO) werden ingeschakeld. Ook zij concluderen dat de vervalser over
veel kennis, voldoende handvaardigheid en het juiste instrumentarium moet
hebben beschikt.

Maar archeoloog Van Enckevort wil zich hier niet achter verschuilen. “We
hebben destijds toch te snel conclusies getrokken. We zijn te gretig
geweest.” Wie de vervalser is en wat zijn bedoelingen waren, daar durft Van
Enckevort geen gooi naar te doen. “Dat is ook niet meer uit te zoeken.”

Film op de website

Op de website is nu voor de eerste keer een film van 5 minuten opgenomen als proef. Zie (Albert Delahaye, Televisieoptreden) Het is een kort extract van de 38 minuten durende uitzending van Tros Aktua waar op een serieuze manier de studie van Albert Delahaye aan het grote publiek wordt duidelijk gemaakt. Op dit moment blijkt al uit de meting dat dit een enorm succes is en dat vraagt om meer beeldmateriaal.

In 2006 zullen we proberen dit materiaal uit te breiden met de leukste stukjes uit de DVD van de VPRO en die van het debat in Amsterdam met de 4 professoren.

Het bewijs ? van Thijssen

Nijmegen 2000 jaar stad ????

De koningin bezocht op 5 juni 2005 in het kader van 25 jaar regeringsjubileum, Gelderland. Niet geheel toevallig heeft Nijmegen haar bezoek geclaimd in het kader van de VVV spreuk: “Nijmegen 2000 jaar oud” Bestaat Nijmegen dan ook echt 2000 jaar? Een (te korte) kritische reactie in deze uitzending op het 2000 bestaan door Dr. R. de la Haye, Doctor in de kerkgeschiedenis, historicus en rijksarchivaris te Maastricht. De oudste zoon van Albert Delahaye. Hij geeft in een “veel te kort”  interview aan waarom Nijmegen nooit 2000 jaar bestaan kan vieren. In Maastricht is een duidelijke continue bewoning aangetoond in tegenstelling tot Nijmegen. In Nijmegen is na de val van het Romeinse Rijk geen sprake van een stad maar hooguit van een schaarse bewoning. Het feest in 1930 van Nijmegen 1250 jaar stad was dus meer in de buurt maar toen al onjuist. Het huidig 2000 jaar feest is door de VVV uitgevonden en steunt op de bewering dat er een romeinse pilaar gevonden is. Dat is het bewijs van permanente bewoning zo beweert J. Thijssen, stadsarcheoloog van Nijmegen. Merkwaardig genoeg wordt deze uitzending gestoord door een een zware regenval. (Is dit de hand van God?)

2 Vandaag