Memoires van een archivaris

Autobiografisch boekje ter ere van zijn pensioen en koninklijke onderscheiding als ridder in de orde van Oranje Nassau.

Autobiografische meesterwerkje

De allerlaatste exemplaren zijn uitverkocht. In humoristische stijl geschreven werk waarin Albert Delahaye de draak steekt met zichzelf, maar ook met zijn opponenten op wetenschappelijk terrein. Zijn leven vanaf 0 tot en met 65 beschrijft hij in luchtige humoristische stijl. Dit boekje werd gemaakt in het kader van “De publikaties van het Archivariaat Nassau Brabant”

Pensioenering oktober 1980 (65 jaar)

Een boekje, geschreven ter ere van zijn pensioenering op 65 jarige leeftijd als Directeur van het Archivariaat Nassau Brabant.
Het werk maakt deel uit van de publicaties van het Archivariaat Nassau Brabant. (zie hierna).
Zijn pensioen was een mijlpaal. Van de ene kant moest hij voortaan voor half geld met de bus mee, zoals hij in zijn afscheidsspeech kenbaar maakte, en daar had hij een hekel aan. Van de andere kant kon hij nu meer tijd vrijmaken voor zijn studie. In zijn speech memoreerde hij nog naar de tijd in de archieven waar hij met een bezem, letterlijk en figuurlijk, doorheen ragde om het kaf van het koren te scheiden.
Zijn pensioenering werd in Willemstad gevierd met alle burgemeesters van de aangesloten gemeenten een uiteraard zijn vrouw en alle kinderen en kleinkinderen.

Periode Nijmegen

In deze autobiografie beschrijft hij op een meesterlijke wijze zijn jeugdjaren en zijn leermomenten op het gymnasium en het Groot Seminarie. Daarna de lotgevallen van zijn opleiding als Archivaris en de functies in Maastricht, Kerkrade en Nijmegen.
Hij beschrijft de lotgevallen in Nijmegen op ludieke wijze. Tijdens de opnamen voor de TV (Tros) is de uitspraak van een Nijmegenaar “Ik flikker Oe de Waal” in, gelukkig niet uitgevoerd. De man wilde het ook niet voor de camera herhalen. Een groot hoofdstuk wordt gewijd aan zijn lotgevallen in Nijmegen die vooral de tegenslagen verhalen die hij ondervond na zijn eerste voorzichtige krantenartikel in “De Gelderlander”: “Heeft het keizerlijk paleis van Karel de Grote wel te Nijmegen gestaan?” (25 oktober 1955).

Periode Nassau Brabant

De volgende hoofdstukken gaan vooral over zijn ambt als directeur van het Archivariaat Nassau-Brabant. Een leuk hoofdstukje wijdt hij aan de grote hobby (fokken van Perzische raskatten) van zijn vrouw Frieda Delahaye-Koene. Het hoofdstukje doopt hij “Een kat voor Brabant”. De biograaf besluit met een humoristische beschouwing van alle 17 gemeenten die tot het archivariaat behoorde. Zijn opvolger in 1980 Rene Jacobs en zijn Zoon Regis Delahaye (nu Dr. Regís de La Haye) schrijven het nawoord en de komplete bibliografie tot 1980.

Publikaties van het Archivariaat Nassau-Brabant

Deze autobiografie was nummer 55 in de serie. In totaal zijn er 59 brochures, boekjes en boeken gepubliceerd. Het overgrote deel werd door Albert Delahaye geschreven. Van 1968 tot 1980 verschenen deze “Publicaties”. In totaal werden er meer dan 5000 bladzijden gepubliceerd.
Veel geïnteresseerden in het archivariaat hadden een volledig abonnement op de serie. Elk kwartaal verscheen er een nieuw boekje. Anno 2005 is elk boekje ongeveer € 25,00 waard bij het antiquariaat. (toendertijd 5,00 gulden per stuk). De meeste boekjes waren 120 bladzijden groot en waren bijna allen geschreven door Albert Delahaye. Een klein aantal moest ingenaaid worden omdat zij zo volumineus werden dat ze niet meer in een brochure gevat konden worden.
Zo is “de Heren XVII van Nassau-Brabant” (nr 50-52) een volwaardig boek geworden van 375 bladzijden. De laatste exemplaren in deze serie werden door zijn opvolgers afgemaakt omdat de kopij daarvan al bijna klaar was. Na de pensioenering van Albert Delahaye is de serie helaas definitief gestopt.Tot zijn grote verbazing werd hij onderscheiden als Ridder in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester Kievits van Zundert speldde hem de versierselen op.

Op de foto toont hij trots het door hem geschreven boek van 700 bladzijden, “Vossemeer land van 1000 Heren ” in bewerkt leer gebonden door de zusters Clarissen te Oosterhout. Op zijn revers zit al zijn verse lintje van de orde. Naast hem zijn vrouw Frieda Koene (1917-2000), die hem altijd heeft bijgestaan en gesteund in zijn studie. Zij is van onschatbare waarde geweest voor zijn studie. Niet omdat zij verstand van historie had maar vooral uit liefde en waardering voor haar man hem de ruimte gaf zijn studie uit te voeren en veel geld te investeren in boeken en niet in bontmantels.